“Jongeren willen flexibiliteit, maar betalen daarvoor wel een prijs”
2 mei 2024 15:45
Tafelgesprek privé-werkbalans met verschillende generaties ondernemers.
De jongeren van Generatie Z, die vanaf hun geboorte zijn opgegroeid in een online wereld, werken om te leven. De ‘parttime-generatie’ worden ze ook wel genoemd en ze stromen nu de werkvloer op.
Hoe ga je als werkgever met ze om, hoever ga je mee in hun eisenpakket, of is het hoog tijd verwachtingen bij te stellen?
Een gesprek op Hogeschool Saxion aan de hand van drie stellingen met verschillende generaties ondernemers. Van de workaholic, tot de zp’er die meer flexibiliteit zoekt.
Deelnemers v.l.n.r.
Sven Asijee, directeur Wij Techniek, Marike Bezema, sociaal ondernemer en commissaris, beiden founders Swap the Job, Harmke Oudenampsen, gespreksleider van mediabureau Zakelijk in Beeld, Esther Reinds, Hogeschool Saxion Parttime School, Anton Jansen, manager Platfom Veilig Ondernemen vanuit politie en rijksoverheid, Jitske Boerkamp, zp’er voor bedrijfsadviezen en financiering voor o.a. Credion.
Stelling 1:
Jongere generaties gaan terug naar de essentie: je werkt om te leven, je leeft niet om te werken.
“De generatie die nu de arbeidsmarkt opkomt is deze eeuw geboren en opgegroeid met internet,” vertelt Esther Reinds (58): “Ze werken tot een uur of drie, hebben het gehad op kantoor, willen even sporten en daarna thuis verder werken. De parttime-generatie worden ze wel genoemd. Dat is niet helemaal terecht, ze willen wel werken, maar meer regie en balans hebben. Werken is niet alleen belangrijk, maar vrije tijd over hebben ook. Het hangt van je werk af of dat roostertechnisch mogelijk is, maar dat er meer mogelijk is dan nu gebeurt, staat wel vast. Het moet in ieder geval niet zo zijn dat iedereen zp’er moet worden om flexibel te kunnen zijn”
Jitske Boerkamp (39) reageert: “Dat is inderdaad precies een reden dat ik zp’er ben geworden. In loondienst was de flexibiliteit er veel minder en daar liep ons jonge gezin regelmatig op vast. Dus hebben mijn man en ik om de tafel gezeten: hoe gaan we dit oplossen? Hij kan als agent bij de politie zijn diensten niet inkorten, maar wel een dag minder werken. Ik kan nu mijn eigen tijd indelen. Dat zie ik ook in mijn omgeving, bijna iedereen met jonge kinderen werkt vier dagen, vrouwen én mannen.”
Anton Jansen (63) noemt zichzelf een workaholic: “Mijn hele leven heb ik met veel plezier gewerkt en nauwelijks tijd genomen voor privé.. Dat was ook niet nodig. Mijn vrouw en ik hebben dat destijds zo besproken. Wél was ik elke zaterdagochtend betrokken bij het voetballen van de jongens.”
Directeur Sven Asijee (64): “Ook ik ben van de generatie die altijd fulltime heeft gewerkt en er vrijwilligerswerk naast deed. De kinderen vroegen weleens of ik nou alweer moest werken. Dan zagen ze, zowel bij mijn vrouw als mij, het verschil niet tussen betaald en onbetaald werk. Ik was bij elke school- en sportactiviteit van mijn kinderen. Gezondheid en privé gaan altijd voor werk. Dat vind ik echt belangrijk en dat geldt dus ook voor mijn medewerkers.”
En dan is er nog een 48-jarige workaholic die Marike heet: “Met nevenactiviteiten als commissaris en bestuurder heb ik altijd veel uren gemaakt, mijn man werkt ook veel. Voor kinderen hebben we bewust niet gekozen. Of dat betekent dat je als vrouw alleen workaholic kan zijn zonder gezin? Ik vind dat we meer rekening moeten houden met huidige diversiteit in de samenleving. Dus ook meer begrip hebben voor een parttime moeder die zitting kan hebben in een Raad van Bestuur. Pas dan begrijpen we onze nieuwe samenleving.”
Marike Bezema en Sven Asijee
Stelling 2:
Flexibeler werken vermindert de band met het bedrijf en daarmee gaat de productiviteit van medewerkers omlaag.
“Daar ben ik het niet mee eens,” zegt Sven Aijsee, “Ik merk juist dat flexibiliteit de loyaliteit verhoogt.” Ook Anton merkt dit in zijn team van veiligheidsexperts: “Als ik mensen meer vrijheid geef om hun eigen tijd in te vullen, voelen ze zich juist verantwoordelijk en werken ze zeker niet minder.” Esther is het daar mee eens. Toen iedere medewerker destijds in het kader van het ‘nieuwe werken’ een laptop kreeg, werd dit al snel het ‘nieuwe overwerken’. Altijd aan staan is ook niet goed. Er moet balans zijn. Hybride werken kan prima, als je ook maar op bepaalde momenten samen komt, al is het maar om te lunchen. Zo blijf je in verbinding en dus betrokken.”
Sven: “Om die reden ben ik gestopt met mailen in het weekend. Ik vond het fijn om in alle rust de mails weg te werken, maar merkte dat mijn medewerkers in het weekend druk voelden om meteen te reageren, want: de directeur mailt! Nu maak ik de mails nog wel, maar verstuur ik ze later. Waar ik me wel zorgen over maak: het zorginfarct dat eraan komt door personeelstekorten in die sector. In het bedrijfsleven zullen steeds meer mensen mantelzorger moeten worden. Als we hier niet flexibeler mee om leren gaan, jagen we mensen de ziektewet in.”
En dan moet Anton iets van het hart: “Soms vind ik wel dat de roep om een betere privé-werkbalans een beetje doorslaat. Als jij minder en flexibeler wil werken, moet je ook beseffen dat je minder gaat verdienen. Vier keer per jaar op vakantie zit er dan niet meer in. Maar dat besef is er nauwelijks. Je kunt niet van je werkgever vragen om minder te werken en net zoveel te blijven verdienen. Voor flexibiliteit betaal je een prijs.”
Esther Reinds en Anton Jansen
Jitske: “Hier wil ik graag op aanhaken. We zitten met z’n allen in een samenleving die een enorm beroep op je doet. We moeten meer werken, school verwacht dat je regelmatig helpt bij activiteiten en als er dan ook nog mantelzorg bij komt, weet ik niet hoe ik dat allemaal moet combineren. Hoe gaan we daar als samenleving mee om?”
Anton: “Daar heb je gelijk in. Ik stel mijn redenering bij. Het gaat om oorzaak en gevolg. Elke keuze heeft consequenties. Niet alles kan.”
Sven: “Het gaat om de piekmomenten in het leven. Tussen je dertigste en veertigste heb je tropenjaren met een jong gezin. Vanaf vijftig jaar gaat mantelzorg een grotere rol spelen. We zullen dus echt aan de slag moeten met flexibiliteit en dat hoeft niet ten koste te gaan van de productiviteit. Medewerkers met een ernstig ziek kind of hulpbehoevende ouder geef ik verlof. Dat zie ik ook als naoberschap. We bespreken in het team dat we elkaar die ruimte geven. Dan weet iedereen: we zijn er voor elkaar als het nodig is. Die medewerker voelt dat ook en kan daarna goed terug keren.”
Stelling 3:
Als je jongeren binnen wil halen moet je naast flexibiliteit, ook aandacht besteden aan thema’s die voor hen belangrijk zijn zoals duurzaamheid en diversiteit.
Esther: “Als je jongeren wil aantrekken, moet je weten wat ze belangrijk vinden. Hun toekomstperspectief is echt anders. Het is erg moeilijk voor jongeren om een huis te kopen, ze hechten minder belang aan een vast contract en leven in een multiculturele samenleving. Zij voelen zich meer betrokken bij maatschappelijke vraagstukken als de klimaatproblemen.
Wil je jongeren binden en boeien, dan zul je dus aandacht aan deze thema’s moeten besteden.”
Jitske Boerkamp
“Duurzaamheid en werk-privébalans is precies de reden dat wij Swap the Job hebben opgericht,” vertelt Marike. “Op onze site kunnen mensen ruilen van baan. Zit jij veel in de auto en wil jij liever dicht bij huis werken, dan kun je zelf met iemand switchen. Je overlegt met elkaar, daarna met je leidinggevende en het kan al geregeld zijn. Vanaf januari moeten bedrijven de CO2-uitstoot van werknemers gaan bijhouden, dus dit scheelt alvast kilometers. Ook komt er meer ruimte in het OV en scheelt het uren reistijd die je kunt besteden aan je privéleven. Per jaar wisselen anderhalf miljoen mensen van baan en het opvullen van al die vacatures kost tienduizenden euro’s aan werving en selectie. Als twee mensen ruilen van baan, hoef je geen vacature tee vervullen. We zijn net begonnen, maar hopen dat het jongeren aanspreekt.”
Niemand aan deze tafel heeft mensen van kleur in hun directe team. Jitske: “In mijn werk is er nauwelijk diversiteit. De financiële sector is een mannensector, maar het is wetenschappelijk bewezen dat diverse teams beter presteren. Daarom zullen we in onze uitingen veel meer verschillende soorten mensen moeten laten zien, zodat iedereen zich welkom voelt en solliciteert omdat je weet: hier hoor ik erbij.”
Sven vindt diversiteit belangrijk en zet met zijn bedrijf alles op alles om dit te verbeteren. Hij vraagt wervingsbureaus juist altijd te letten op diversiteit. Marike reageert: Jij hebt de zeven vinkjes van Joris Luijendijk (man, wit, hetero, universiteit, vwo, minstens één hoogopgeleide ouder en minstens één in Nederland geboren ouder). Jij kunt dat uitbesteden, maar waarom lukt ons dat niet zelf?”
“Maar Sven, jij hebt de zeven vinkjes van Joris Luijendijk (man, wit, hetero, universiteit, vwo, minstens één hoogopgeleide ouder en minstens één in Nederland geboren ouder). Jij kunt dat uitbesteden en dan heb je een excuustruus binnen gehaald.”
Anton: “Het gaat altijd om kwaliteit.” Marike: “Maar wat is kwaliteit? Mensen die opgroeien in armoede, kunnen minstens zo intelligent en geschikt zijn, maar je kent ze niet, omdat ze in andere kringen verkeren. Ik kan wat dat betreft echt het boek aanraden van Milo van der Kamp, We moeten iets lager mikken. Anders blijf je mensen aannemen die op jou lijken en dan verandert er niks. Nu gaat het echt veel te langzaam.”
Jitske: Wij hier hebben allemaal geluk gehad. De kwartjes zijn de goede kant op gevallen. Voor jongeren is dat nu anders. Dat is ook een reden dat ze op zoek zijn naar meer zingeving. Morele ambitie zoals Rutger Bregman dat beschrijft, zal een grotere rol gaan spelen. Wat je er ook van vindt, de traditionele kantoortijden worden onhoudbaar. We zullen met z’n allen moeten accepteren dat flexibel werken de toekomst heeft.”
Tekst: Harmke Oudenampsen
Fotografie: Marcel Bonte
Reacties op dit artikel
Reactie plaatsen? Log in met uw account.