Gezamenlijke taskforce om duurzame en circulaire bouw te versnellen

6 april 2023 13:24

Gezamenlijke taskforce  om  duurzame en circulaire  bouw te versnellen

“Als iedereen in Nederland genoegen neemt met 50 vierkante meter woonoppervlak, dan is er geen woningtekort”

Het stof van de provinciale verkiezingen was nog niet volledig neergedaald ten tijde van deze Ronde Tafel discussie. Duidelijk was al wel, dat de BoerBurgerBeweging in alle provincies de grootste partij was geworden en dat ze ook daarom in de Eerste Kamer een grote stem gaan krijgen. Gaan de stikstofplannen op de schop? En wat betekent dat voor de woningbouw en de verduurzaming van het bestaande aanbod? Die onzekerheid voor de bouwsector draagt niet bij aan de versnelling van de bouw- en verduurzamingsopgave. Beter samenwerken binnen de Triple Helix en op lokaal niveau zou kunnen lonen. Maar hoe?

Die en vele andere vragen passeerden tijdens de Ronde Tafel discussie met een panel van acht deskundigen en betrokken partijen over dit onderwerp. Aan tafel zaten Liesbeth van Asten, bestuurder van Volkshuisvesting en tevens gastvrouw; Jan van Dellen, algemeen directeur bij The Economic Board; Robert Mullink, aanjager en programmamanager conceptueel en circulair bouwen Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen; Rob Withaar, commercieel directeur bij Talen Vastgoedonderhoud; Nico Budel, directeur DGA bij BUMÉ Bouw en Onderhoud; Remco Boer, directeur Rabo SmartBuilds; Carel Hagemans, commercieel directeur bij Hagemans Vastgoedonderhoud; en Joep Burghouts, proceseigenaar marktontwikkeling bij De Variabele, een bedrijf dat ook in het vastgoedonderhoud zit. Hij is ook bestuursvoorzitter bij rvn@, een triple helix samenwerking in de regio Nijmegen.

Mensen in beeld

Volkshuisvesting verhuurt zo’n 13.000 woningen in Arnhem waar iets meer dan 26.000 mensen wonen. “We hebben een grote opgave met verduurzaming van onze woningen en natuurlijk is de triple helix en het betrekken van de kennisinstellingen bij deze opgave heel erg belangrijk,” begint Liesbeth van Asten. “Mijn zorg zit een beetje dat het vraagstuk van het bouwen en de verduurzaming erg technisch benaderd wordt. Ik vraag me af of we ook de mensen die het betreft goed in beeld hebben. We verduurzamen hun woningen en komen achter de voordeur in hun wereld.” Ze geeft aan dat we innovaties en techniek niet opzij moeten zetten, maar dat we net als bij nieuwbouw rekening moeten houden met de wensen en meningen van de huurders. “Welke innovaties ga je inzetten en hoe ga je die behapbaar en betaalbaar maken. Wat mij betreft praten we niet over bouwen, bouwen, bouwen, maar over wonen, wonen, wonen.” Rob Withaar stelt zich dezelfde vraag. “Waar wij ons mee bezighouden is de zoektocht naar conceptuele verduurzaming, maar ook voor wie bouw je en voor wie ga je onderhouden? De verduurzaming hebben we zo groot gemaakt dat we niet meer klein kunnen beginnen en dat blokkeert in wezen de versnelling,” stelt hij. “Hoe gaan we de bewoners betrekken?” Robert Mullink noemt het voorbeeld van een grootscheepse sloop en nieuwbouw in de wijk Jerusalem in Nijmegen genaamd ‘Blokje Om’ waar de bewoners nauw betrokken waren bij de ontwikkeling. “Het gaat om 220 woningen die stapsgewijs zijn gesloopt en vervolgens op dezelfde fundamenten worden herbouwd met houtskelet bouw in 12 weken tijd,” legt hij uit. De huurders van Talis, de Nijmeegse corporatie, zijn vanaf het begin betrokken geweest bij het project. De oorspronkelijk geplande renovatie maakte plaats voor nieuwbouw, waarbij de woningen in het kader van klimaatadaptatie gasloos zijn gemaakt.

Nek uitsteken

Rob Withaar haakt in op het bovenstaande voorbeeld. “We hadden in Medemblik ook een blokje huizen dat beter gesloopt kon worden, dus hebben we ook het advies gegeven te herbouwen op de oude fundering,” schetst hij. “Alles was rond en toch kregen we het er niet door. De bestuurder durfde zijn nek niet uit te steken. Hij vroeg zich af of het wel een bewezen techniek was.” Dit verhaal laat zien hoe belangrijk het is om het electorale belang opzij te zetten als bestuurders en gemeente. Remco Boer ziet wel mogelijkheden om snel woningen toe te voegen, met name op de flexmarkt. “Het gaat pas echt goed als je bezieling hebt op dit onderwerp,” vertelt hij en noemt een voorbeeld van een kleinere gemeente in het zuiden van het land. “Daar zit een wethouder die het wel durft. De woningcorporatie gelooft in deze nieuwe manier van bouwen en durft iets in te kopen wat ze nog niet goed kennen. De ambtenaar snapt het spelletje, kent de regels van de crisis- en herstelwet en kan goed met de wethouder.” Ook in Nijmegen draait een vergelijkbaar project dat weliswaar nog wel gerealiseerd moet worden. “In de Winkelsteeg in Nijmegen lukt het ook. Een aantal corporaties en de gemeente werken samen. Er komen zo’n 500 flexibele woningen die na 20 jaar een nieuwe bestemming krijgen. Heel duurzaam dus. Dat moet in Arnhem ook te realiseren zijn, lijkt me,” zegt Remco Boer. Robert Mullink schetst het volgende uit de praktijk: “Door een gebrek aan eigen grond, de maatschappelijke weerstand bij een kleine groep mensen tegen bouwen in de buurt, samen met de complexiteit aan regels en wetgeving, komen bouwprojecten niet tot stand of worden ernstig vertraagd.” Hoe doorbreek je dat? Dat vroeg Liesbeth van Asten zich hardop af. “Daarom is het belangrijk hoe je een team kan laten samenwerken. Je hebt iemand nodig die knopen doorhakt,” ziet zij. Bijvoorbeeld in Wijchen West komt de nieuwbouw maar moeizaam van de grond. “Dit project heeft een voorgeschiedenis van meer dan 10 jaar. Zowel de gemeente als de vastgoedeigenaren staan te trappelen om te starten, maar ze krijgen in het woud van regel- en wetgeving, procedures, subsidies en belangen niet helder genoeg hoe gezamenlijk te starten,” zegt Robert Mullink. “De gemeente Wijchen heeft samen met de betrokken partijen aan de Bouwcampus gevraagd een versnellingsbrigade te formeren om het project op gang te brengen.” Een goed voorbeeld van een triple helix samenwerking.

Vertragende wetgeving en versnellende kaders

In de bovenstaande voorbeelden is regelgeving soms een van de vertragende factoren. “Als iedereen in Nederland genoegen neemt met 50 vierkante meter woonoppervlak, dan is er geen woningtekort,” verduidelijkt Joep Burghouts. “Dus waarom gaan we de woningen niet simpel splitsen? Ja, dan kom je samen achter één voordeur te wonen en dat levert veel gedoe en gezeur over regels op, met voor de bewoners soms financiële consequenties. Allemaal gedoe over regels terwijl het een geniale oplossing is. Wetgeving loopt per definitie achter de feiten aan.” Robert Mullink noemt een Amsterdams advocatenkantoor dat zich toelegt om de wet- en regelgeving rondom bouwen anders te interpreteren en daarmee te zoeken naar kansen en oplossingen. Maar ook corporaties zijn aan allerlei regels gebonden. “Alles is heel strak vastgelegd in modellen, bijvoorbeeld hoe we moeten rekenen, wat we moeten verantwoorden en aan welke normen we moeten voldoen,” schetst ze. “Een duurzaam verdienmodel is er nu niet voor woningcorporaties. Als je een model kunt ontwerpen waarin de verduurzaming en de CO2-uitstoot beprijsd zijn, dan komen de rekensommetjes er anders uit te zien.” Zo’n nieuw verdienmodel zou de verduurzaming flink kunnen versnellen. Joep Burghouts is het wat betreft het beprijzen hartgrondig met haar eens. “Als we de CO2-footprint van bijvoorbeeld beton zouden beprijzen, dan zou hout veel goedkoper worden. Of nog beter: de overheid zou beton in nieuwbouw moeten verbieden. De Europese Commissie staat vanaf 2035 geen verbrandingsmotoren meer toe. En ineens kunnen ook Volkswagen, Mercedes en Audi een uitstekende elektrische auto maken.” Jan van Dellen denkt dat de vernieuwing en verduurzaming uit de regio moet komen. “De minister moet alleen faciliteren,” beweert hij. “In de regio Arnhem, Nijmegen en Wageningen moeten we 100.000 woningen bouwen. De gemeenten gaan over hoeveel sociale woningbouw, hoeveel middenhuur en waar.” Hij kent Gemeente Arnhem door en door als oud-wethouder en ziet dat de inzet gaat over circulair bouwen of verduurzamen. “In Arnhem is al weinig grond beschikbaar om te bouwen en heeft het ook te maken met veel complexe en langdurige wetgeving en procedures. Hier aan tafel weten we dat we 100.000 woningen moeten bouwen. We kennen ook de opgaaf rondom circulariteit en verduurzaming, dus ik zou graag een taskforce willen zien om de opgaves te versnellen.”

Elkaar vertrouwen noodzakelijk

De taskforce waar Jan van Dellen het over heeft zou volgens hem moeten bestaan uit de marktpartijen uit de sector, het onderwijs en kennisinstellingen en de overheden, ook de provinciale overheid. “Ik zie op het gebied van wetgeving geen enkele beweging. Dat baart me zorgen, dus moeten we het omdraaien,” zegt hij. “Waarom gaan we nu niet al aan de vooravond met elkaar zitten hoe we dat gaan doen?” De partijen lopen wel warm voor deze uitnodiging, hoewel niet iedereen aan tafel zit. Eerder tijdens deze discussie zagen sommigen al wat kleine beren op de weg voor een goede samenwerking. “Wederzijds vertrouwen is een must om de samenwerking in de Triple Helix te doen slagen,” was de stelling van Nico Budel. “We hebben met drie verschillende brancheorganisaties te maken: de opleidingen en kennisinstellingen, overheden en wij als particuliere bedrijven. Het onderlinge vertrouwen is een must voor het doen slagen van de verduurzamingsopgave. We hebben allemaal verschillende belangen. Waar het vaak stroef loopt is op samenwerking en vertrouwen. Dat moeten we op een lijn krijgen.” Ook Remco Boer ziet het eigen belang van de verschillende partijen als risico voor een vruchtbare samenwerking. In de triple helix is samenwerking allesbepalend voor kwaliteit van het proces. Hoe kunnen we lef, daadkracht en visie versterken? We hebben de mond vol over samenwerken, maar op het moment dat het daar is, hebben we allemaal ons eigen belang. “In de triple helix is samenwerking allesbepalend voor kwaliteit van het proces. Hoe kunnen we lef, daadkracht en visie versterken? We hebben de mond vol over samenwerken, maar op het moment dat het daar is, is het de kunst om verder te kijken dan alleen het eigen belang.” Een andere overweging brengt Carel Hagemans in. “In Nederland zijn we kampioen ‘not invented here’,” denkt hij. “Als je er niet zelf bijgezeten hebt dan is het per definitie niet goed. Maar je moet vertrouwen hebben dat de sector ook jouw belangen behartigt. Als we er allemaal zelf bij betrokken moeten zijn zorgt dat soort voor nog meer vertraging.”

Coördinatie Economic Board en Groene Metropool

Vanuit zijn rol als directeur van The Economic Board, maar ook als oud-wethouder, heeft Jan van Dellen een enorm netwerk. Een van de redenen om hem en zijn collega bij de Groene Metropool, Robert Mullink, een rol als regisseur toe te kennen om de partijen aan tafel te krijgen. “We maken als partijen hier veel te weinig gebruik van The Economic Board. Ik zou iedereen graag aan tafel willen zien, zodat we meer snelheid kunnen maken,” stelt hij. “Circulariteit bijvoorbeeld staat echt nog in de kinderschoenen. Met de triple helix hebben we een circulair living lab gecreëerd. Als iemand een circulair vraagstuk heeft, breng het naar het living lab, waar we kijken hoe we dat kunnen oplossen.” Het living lab bestaat uit onder meer ondernemingen uit de bouwwereld, maar ook universiteiten, hbo- en mbo-instellingen. Zelfs de gemeente zit aan tafel. We moeten de kennis delen, want dan kun je de versnelling inzetten.” Robert Mullink is het met Jan eens. “Ik ben nu een half jaar bezig en probeer veel succesvolle projecten en voorbeelden in kaart te brengen en daarmee de krachten in de regio te bundelen,” legt hij uit. “Ik zie wel wat in het plan om een taskforce op te richten en te proberen de doorlooptijd van bouwen te verkorten van 8 jaar naar 6 of 4 jaar.” Deze twee partijen gaan snel om tafel zitten om een plan te maken. “We moeten niet wachten op de overheid, we moeten zelf proactief zijn en met voorbeelden komen. Dus kom maar met de casussen die jullie gezamenlijk hebben als bouwkolom. Lever cijfers aan om hoeveel wooneenheden het gaat, welke innovaties jullie succesvol hebben toegepast. We hebben gezamenlijk de strategische en operationele kennis, dus gaat er iets waardevols uitkomen. Dan schrijven we een brandbrief of geven dringend advies en wordt er geluisterd. Dat advies willen ze graag van ons horen met name op het stikstofdossier,” betoogt Jan van Dellen vol vuur. Op 15 mei komt minister Hugo de Jonge naar Groene Metropoolregio om de wijk Jerusalem in Nijmegen te bezoeken en te worden geïnformeerd over ontwikkelingen rondom duurzaam bouwen in de regio. “Voor het bezoek heeft de Groene Metropoolregio de Boskapel in die wijk afgehuurd waar regionale partijen allerlei presentaties geven. Het verhaal moet zijn waarom wij als regio koploper zijn op conceptuele en circulaire bouw. Daarnaast wil ik duidelijk maken aan de minister waar wij als regio behoefte aan hebben en hoe hier gezamenlijk vervolg aan te geven,” verduidelijk Robert Mullink. Iedereen ziet dat dit een unieke gelegenheid is om een brandbrief in de handen van de minister te drukken. “We gaan op hoofdlijnen de uitdagingen en denkrichtingen opschrijven. Op 15 mei kunnen we dat overhandigen aan Hugo de Jonge,” aldus Jan van Dellen. Wie schuiven aan, wie krijgen het mandaat van wie? “Als mensen gaan werken aan de opgave hebben ze dan het mandaat? We moeten mensen vrijmaken om te werken aan een concrete opgave,” besluit Liesbeth van Asten. Aan de slag. 

terug

Reacties op dit artikel

Reactie plaatsen? Log in met uw account.

Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website en diensten te optimaliseren maken wij gebruik van cookies. Deze cookies gebruiken wij voor functionaliteiten, analytische gegevens en marketing doeleinden. U vindt meer informatie in onze privacy statement.