Circulaire economie vraagt om leiders met lef

7 juli 2020 11:44

Circulaire economie vraagt om leiders met lef

Er is een disbalans in het gesloten systeem dat de aarde nu eenmaal is. We gebruiken meer grondstoffen dan we eraan terug geven. Dat kan niet onbeperkt door gaan. Sociale- en ecologische waarden betrekken bij het businessmodel kan bijdragen aan een oplossing. Kapitaal wordt dan onderscheiden in financieel, materieel, intellectueel, menselijk & relationeel en natuurlijk kapitaal. Dat heet ‘meervoudige waardencreatie’. Larissa Baars, masterstudent van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen sprak er over, voorafgaand aan het tafelgesprek over circulaire economie. Het vond plaats op een bijzondere locatie: het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem.

Masterstudent Jesse de Klerk maakte het thema circulariteit inzichtelijk voor ondernemers door een vergelijking te maken met medewerkers van een onderneming. Daar moet de ondernemer goed voor zorgen, in investeren, om er rendement uit te blijven halen. Met onze planeet is het volgens hem net zo.

Natuurlijk kon de hele coronacrisis niet onbesproken blijven tijdens dit tafelgesprek over circulaire economie, waar naast de studenten, zeven deskundigen op het gebied van circulair denken en doen aan deelnamen.

Franske van Duuren is programmamanager circulaire economie bij stichting Kiemt en CIRCELS, het circulaire platform in Oost Nederland. Kiemt is een organisatie in Oost-Nederland die de energietransitie en de circulaire economie bevordert bij bedrijven en instellingen. Kiemt helpt bedrijven en instellingen verder in de circulariteit, juist daar waar commerciële partijen er nog geen brood in zien.

Ze legt meteen een link tussen circulariteit en corona: “Als je kijkt naar circulaire economie, dan hebben we het terecht over het sluiten van de kringloop. Repair, reuse en refurbish. Maar eigenlijk mist daar nog in: je anders gedragen. Door zaken minder te doen, minder te verbruiken. Vanwege het coronavirus moesten we ons gedrag aanpassen, thuis blijven, minder reizen. Dat heeft veel positiefs voor onze omgeving opgeleverd: de lucht is helderder en schoner, er is minder fijnstof. En omdat de grenzen dicht gingen, kwamen er geen producten meer uit China. Dan ga je als bedrijf in je omgeving zoeken, bij lokale toeleveranciers, waar je die producten wél kan vinden. Dat betekent meteen dat je dat hele transport niet nodig hebt, dat je milieuwinst maakt.” Ze ziet gedragsverandering terugkomen in actuele definities van de circulaire economie.

Brede doelgroep

Teus Eenkhoorn is directeur-bestuurder van het Nederlands Openluchtmuseum. Het Nederlands Openluchtmuseum is een cultuurhistorisch museum in Arnhem. Het bestaat uit een buitenmuseum en een binnenmuseum. Jaarlijks komen er rond de half miljoen bezoekers. Het museum geeft een beeld van het leven in Nederland door de eeuwen heen. Volgens Teus Eenkhoorn kunnen we veel leren van ons verleden. Zoals produceren naar de menselijke maat. Dus genoeg voor wat dagelijks nodig is. En gewasteelt toepassen die bijdraagt aan biodiversiteit en een gezonde grondstructuur. Veel medewerkers van het museum zijn ervaringsdeskundigen en vertellen graag over hun visie en aanpak. Hij stelt: “We zijn met circulariteit niet iets nieuws aan het uitvinden, we zijn alleen iets verloren. Het was vroeger veel meer in de maatschappij aanwezig. Door welvaart, individualisering en vooral economisch denken zijn we het kwijt geraakt. Dat hervinden is een doelstelling waar het museum aan wil bijdragen.

Geschiedenis heeft volgens Teus Eenkhoorn een toegevoegde waarde voor het denken over vandaag en morgen.” Wat dat laatste betreft, het denken over vandaag en morgen, maakt het museum een interessante beweging, vindt hij. “De periode 1950-heden was onderbelicht in het museum en vroeg om meer aandacht. Dat gaan we doortrekken tot 2050. Onze welvaart is gestegen, met alle goede en slechte kanten ervan. Waar staan we nu? Welke noodzakelijke veranderingen zijn er nodig? Wat is daarin de gemeenschappelijke noemer voor maatschappij en bedrijfsleven? Er komt hier een brede bezoekersgroep. Daar kan je iets mee. We kunnen hier de discussie uit de elitaire sfeer te halen.”

Verbindend leiderschap

Ellen Burger is opleidingsmanager van de masteropleiding circulaire economie van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. De 1-jarige master startte vorig jaar met 28 studenten. Volgend jaar zijn er 40 nieuwe studenten en 20 deeltijders. Ze onderschrijft dat er een breed draagvlak nodig is voor verandering. Maar ze vraagt ook aandacht voor de leiders die nodig zijn: “Ze moeten van ego naar eco. Een hele belangrijke is het verbindende leiderschap. Wij leiden in de masteropleiding change agents op, mensen die in staat zijn om mensen en organisaties te helpen in de richting van circulariteit. Een goede leider kan verbinden op dit thema. Die verbindende leider is trouwens ook verbonden met zichzelf, kan naar zichzelf kijken. Persoonlijk leiderschap is onderdeel van onze opleiding. Hoe sta je in relatie met je omgeving, welke impact kan je hebben? Om goed naar je omgeving te kunnen kijken, moet je zelf soms een stapje terug doen, jezelf iets kleiner maken. Verder heeft die leider echt lef nodig om verder te gaan dan alleen het kortetermijndenken.”

Teus Eenkhoorn gaat daar op in: “Welke leider durft tijdens deze coronacrisis steunmaatregelen te koppelen aan duurzaamheid en circulariteit? Wie durft daar wat harder in te zijn en verder in te gaan? Dan heb je het over echt leiderschap. Het gaat niet alleen om herstel van oude waardes.”

Continuïteit

Cris van Arkelen is directeur bedrijven Rabobank Arnhem en Omstreken. De bank probeert ondernemers te helpen met het realiseren van hun circulaire ideeën. Verder stimuleert de bank bewustwording dat bedrijvigheid niet uitsluitend over financieel gewin gaat. Maar daar zit wel een spanningsveld. Cris van Arkelen: “Veel ondernemers sturen hun bedrijf met de gedachte dat winstoptimalisatie het belangrijkste element is voor continuïteit. Die stelling gaat niet meer op. Ondernemingen zijn momenteel bezig met hun eigen continuïteitsperspectief, want door digitalisering en ook nu de coronacrisis verandert de wereld enorm snel. Veel ondernemers zien financiële prikkels als continuïteit. Dat zit nog diep in ons gedrag, waardoor circulariteit vaak in een kostenafweging wordt betrokken. Maar maatschappelijke prikkels zijn inmiddels net zo belangrijk, want zonder maatschappelijk draagvlak heb je als onderneming geen toekomst.”

John Schraven is innovatiemakelaar bij de Stichting Regionaal Centrum voor Technologie Gelderland. Dat is een non-profit organisatie die gesubsidieerd wordt door de provincie. De makelaars bezoeken bedrijven om vraagstukken op te halen en te koppelen aan andere ondernemers en aan kennisinstellingen om zo innovaties te bevorderen. Ook organiseert RCT experttafels en geeft vouchers uit voor innovaties. John Schraven constateert dat we al 100 jaar werken met een lineaire economie. De circulaire economie ziet hij nog als toekomstbeeld, maar die economie is er nog niet. Corona kan volgens hem – onbedoeld- circulariteit wel bevorderen: “Ondernemers zitten nu met een pandemie en een verdienmodel dat omgekegeld wordt. Dat biedt kansen om een nieuwe economie te creëren. Wat mij betreft volgens ‘natuurleverend perspectief’, daarmee bedoel ik een economie die over generaties heen rekening houdt met wat we aan de natuur onttrekken en wat we eraan terug kunnen geven. Wij als innovatiemakelaars kunnen daarbij helpen. Wij zijn welkom bij ondernemers omdat we ze even uit de dagelijkse realiteit halen en met ze praten over wat ze écht bezig houdt. Wat biedt zo’n natuurleverend perspectief?”

Wettelijke kaders

Sigrid Helbig is directeur van The Economic Board. Dat is een Triple Helix samenwerking tussen overheid, kennisinstellingen en bedrijfsleven in de regio Arnhem-Nijmegen, met Wageningen. Het doel is organisaties te verbinden en innovaties te stimuleren in de sectoren gezondheidszorg, voeding en energie. Ze constateert dat we altijd afhankelijk blijven van andere landen. Zowel voor de import als de export. “Een economie die louter lokaal werkt, gaat er niet komen. Hoe gaan we daar mee om? Turfstekers, kolenscheppers op treinen, lantaarnaanstekers en encyclopedieverkopers zijn er niet meer. Vakbonden in Engeland wisten te bereiken dat de kolenscheppers nog jaren mee mochten op elektrische treinen. Je kan proberen ontwikkelingen tegen te houden, maar ze komen er toch. Sommige mensen willen geen verandering, inderdaad spijtig voor de mensen wier beroep verdwenen is. Maar tegelijk is iedereen blij dat we niet meer in het stenen tijdperk leven.” Sigrid Helbig pleit voor wettelijke kaders om de economie te vergroenen. Ze noemt de Arbowetgeving: “Dat is de meest effectieve wetgeving die ooit is ingevoerd. Na de invoering nam het aantal bedrijfsongevallen significant af. Dus die kaders die wij met z’n allen gaan scheppen, zijn wel degelijk van belang.” Verwijderingsbijdragen kunnen in die kaders vervat worden. En het doorberekenen van de werkelijke kostprijs van een product. Sigrid Helbig: “Die meerprijs gaan we niet vrijwillig betalen. Ik ben niet zo voor overheidsingrijpen, maar in dit geval….” Ze doet een oproep aan de studenten die aan tafel zitten: “Het is heel moeilijk om te bepalen wat producten of diensten daadwerkelijk kosten. Een truitje bij de Primark kost 15 euro, ver onder de kostprijs. De kledingindustrie is zwaar vervuilend. Die werkelijke kosten moeten inzichtelijk gemaakt worden met studies en statistieken. Zolang wij niet weten wat producten en diensten daadwerkelijk kosten en moeten kosten om ze circulair te maken, missen we een uitgangspunt voor een circulaire economie. Ik roep kennisinstituten op om daar wat aan te doen.”

Aanbesteding

Derkjan Hooijer is directeur-eigenaar van Hooijer Renkum, een familiebedrijf. Hooijer Renkum is dienstverlener op het gebied van asbest- en bodemsanering, circulair sloopwerk, groenwerk en aanleg van boven- en ondergrondse infra. Daarnaast produceert Hooijer Renkum biomassa uit lokaal vrijgekomen groenafval. Hij is een man uit de praktijk, die circulair wil werken. Sloopmaterialen probeert het bedrijf zo hoogwaardig mogelijk weer in de keten terug te brengen. Hooijer Renkum is co-founder van Insert (een collectief dat circulariteit bevordert). Met Insert refurbisht Hooijer oude systeemplafondplaten met inzet van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Hij vertelt: “Wij hebben veel te maken met aanbestedingssituaties. Daar zie je dat de laagste prijs wint. Ik heb de verantwoordelijkheid om onze medewerkers aan het werk te houden. Als de werkvoorraad kleiner wordt dan moet je gaan prijsduiken. Dat betekent dat je sloopmateriaal in de afvalbak moet gooien omdat dat het goedkoopste is. Wij demonteren en hergebruiken liever. Maar dat kan dus niet altijd. We winnen wel aanbestedingen, maar niet op de schaal die we graag zouden willen. Gelukkig zijn er opdrachtgevers in Nederland die circulariteit zo belangrijk vinden, dat ze vragen om een plan van aanpak waar ook circulariteit in betrokken is. Dan gooien wij hoge ogen. Op den duur gaat dit wel een bedrijfsbestendig businessmodel worden.” Derkjan Hooijer vraagt aandacht voor de ideeën van de Duitse architect Thomas Rau. Die wil dat producten eigenaar blijven van de producent ervan. Dan heeft die er belang bij om het zo goed mogelijk te maken. “Het is nu in het belang van de producent dat gloeilampen na twee jaar kapot gaan. Dan kan hij nieuwe leveren. Terwijl de eerste gloeilampen die ooit gemaakt zijn, nog steeds branden, zo heb ik laatst gehoord.”

John Schraven ziet aanbestedingstrajecten als bedreiging als het op de oude lineaire manier gaat, maar als kans voor circulaire ondernemingen als er duurzame kaders zijn aangegeven. Franske van Duuren vertelt dat het platform CIRCLES gemeenten helpt met circulair inkopen. Producenten krijgen daardoor een financiële prikkel om naar circulariteit over te stappen. Anders kunnen ze niet meedoen met de aanbesteding. Koplopers hebben een streepje voor.

Larissa Baars vindt dat het duidelijk moet worden dat het op de lange termijn geld gaat kosten als je niet circulair meedoet: “Het gaat echt veel meer geld kosten als je nu niet circulair begint mee te draaien. En als het een ‘moetje’ wordt, als je als bedrijf opeens compleet moet veranderen, is de kans heel groot dat je omvalt.”

Beweging

Cris van Arkelen laat mooi zien hoe circulariteit bij de Rabobank is geïncorporeerd: “Wij zijn al bezig om ondernemingen anders te beoordelen dan vijf, tien jaar geleden, waarbij we dat alleen op puur financiële gronden deden. Vorig jaar hebben wij een duurzaamheidsmatrix opgesteld, waar circulariteit een onderdeel van is. Ondernemerschap beoordelen is puur subjectief. Maar circulair werken kun je feitelijk in kaart brengen. We kunnen er als bank toe besluiten om een bedrijf dat onvoldoende bijdraagt aan de circulaire economie of verduurzaming, extra voorwaarden op te leggen bij een financiering, om hen te stimuleren die stap wel te gaan maken. Zo proberen wij ook indirect bij te dragen in de transitie. Persoonlijk durf ik overigens wel te zeggen dat een bedrijf dat niet duurzaam en niet circulair denkt, er over tien jaar niet meer is. Dus je moet die bewegingen willen maken, voor jezelf en de omgeving. Doe je dat niet, dan wordt het ook moeilijk om een bank te vinden die je blijft ondersteunen.” «

Tekst: Paul de Jager // Fotografie: Jacques Kok

terug

Reacties op dit artikel

Reactie plaatsen? Log in met uw account.

Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website en diensten te optimaliseren maken wij gebruik van cookies. Deze cookies gebruiken wij voor functionaliteiten, analytische gegevens en marketing doeleinden. U vindt meer informatie in onze privacy statement.