HET AANTAL VASTE BANEN GROEIT WEER
4 april 2017 13:39
WERKGEVERSCHAP MET DE WET WERK EN ZEKERHEID
Ongeacht wat demissionair vicepremier Lodewijk Asscher nog voor politieke rol zal spelen, het monument dat hij achterlaat staat al klaar: de Wet Werk en Zekerheid. Asscher was de eerste minister die het arbeidsrecht durfde te moderniseren. De meningen hierover van werkgevend Nederland zijn verdeeld, maar de opluchting lijkt het te hebben gewonnen van de ergernis.
De WWZ werd in juli 2015 van kracht. In de jaren daarvóór heeft Nederland in feite gewerkt met een wetgeving die van vlak na de Tweede Wereldoorlog stamde. Waarom heeft het zo lang geduurd eer er een modernisering kwam? Was er nooit voldoende politiek draagvlak of ontbrak het simpelweg aan visie? “Het heeft inderdaad lang geduurd voor er overeenstemming was over het aanpassen van de wetgeving rond flexibel werken”, geeft Lodewijk Asscher toe. “Het gaat dan ook over belangrijke arbeidsmarktregels. Daarom ben ik zo blij dat we in 2013 het Sociaal Akkoord konden afsluiten met het kabinet, de werkgevers en de werknemers. Dat ging niet alleen over flexibel werken, maar ook over de WW en het ontslagrecht. Het ontslagrecht was zeventig jaar oud, en kende inmiddels een rare willekeur: de een kreeg een gouden handdruk, de ander niets. Midden in de crisis was de urgentie om samen stappen te zetten ineens erg groot.”
Optelsom van financiële verplichtingen
De WWZ wordt - ook door werkgevers - als eerlijker ervaren. De vergoedingen zijn lager. Aanzeggingen zijn helder. Het 'gemarchandeerd' voor de rechter is verleden tijd. Meer dan één HR specialiste heeft de wet in alle opzichten een stimulans voor goed werkgeverschap genoemd. Maar er is ook veel kritiek. De belangrijkste is dat het kleinere MKB het financiële kind van de rekening is geworden. De verplichtingen voor die werkgevers zouden te hoog zijn. Asscher toonde zich niet doof voor kritiek. Zo werd er door tuinbouwbedrijven en luchtvaartmaatschappijen ook al bezwaar gemaakt tegen de ketenbepaling voor seizoenwerkers. Die bepaling is inmiddels aangepast. Voorziet de bewindsman ook aanpassingen voor het kleinere MKB? Die hoge verplichtingen kunnen immers ook remmend werken op het in dienst nemen van mensen? “Het klopt dat kleine ondernemers soms een optelsom van financiële verplichtingen ervaren”, geeft Lodewijk Asscher toe. “Dat heeft niet alleen met de WWZ te maken maar ook met de loondoorbetaling bij ziekte, de verplichting twee jaar salaris te betalen voor zieke werknemers. Voor de loondoorbetaling ligt er een adviesaanvraag bij de SER. Daar moet het nieuwe kabinet mee aan de slag. Maar voor het WWZ-deel is er een oplossing: de transitievergoeding na twee jaar ziekte wordt straks betaald uit het werkloosheidfonds AWF. Het wetsvoorstel is bijna klaar en zal dan snel door beide Kamers gaan. De wijziging gaat met terugwerkende kracht vanaf juli 2015 in, dus ik kan op dat vlak de zorgen van ondernemers wegnemen.”
Omzeilen
Een uitdrukkelijk doel van de WWZ is meer mensen in vaste dienst te krijgen. Kritiek vanuit de HR hoek is dat bedrijven vooral de hoger opgeleiden in dienst zullen nemen en niet de lager opgeleiden. Dreigt hier dan niet een tweedeling van het soort dat de PvdA bewindsman juist wil voorkomen? “De wet is op dit punt helder: iedereen heeft na twee jaar ononderbroken werken recht op een vast contract, ongeacht zijn of haar opleiding”, antwoordt Lodewijk Asscher op besliste toon. “Als dit soort ongewenste effecten zich voordoen, scherpen we de wet aan. Iedereen heeft recht op collega’s en waardering, je opleiding mag daarin geen rol spelen.” Maar de praktijk van de afgelopen twee jaar toont ook een ander beeld. In het juridisch tijdschrift Magna Charta omschreef een arbeidsrechtjurist de situatie bij veel bedrijven als volgt: ‘Ze gaan voor zeven of acht maanden, voor elf maanden, voor drieëntwintig maanden, alles om maar geen contract voor onbepaalde tijd te hoeven aanbieden – en om onder de transitievergoeding uit te komen natuurlijk.’ De minister veroordeelt dat maar ziet ook een positieve ontwikkeling: “Sommige werkgevers proberen zo de wet te omzeilen. We zien gelukkig ook steeds meer branches en werkgevers die het anders willen, en cao’s afsluiten waarin vast werk voorop staat. Voor het eerst sinds 2009 groeit het aantal vaste banen weer, in het laatste kwartaal van 2016 met 48000. Het jaar ervoor verdwenen er nog 12000 vaste banen. We zijn er nog niet, maar het begin is er.”
Tweespalt
Tijdens de voorbije verkiezingscampagne was dit effect van de WWZ een van de positieve aspecten die Lodewijk Asscher naar voren kon halen. Maar hij had het niet makkelijk. Volgens politieke commentatoren was de interne strijd tussen Asscher en Samson veel te laat ingezet, waardoor de eerste zich niet goed kon profileren. Hoewel hij door veel Nederlanders als een potentiële premier werd gezien speelde zijn dubbele imago hem parten: als kersverse leider van de PvdA pleitte hij ineens voor een veel linksere koers dan het beleid waar hij als vicepremier voor had gestaan. De Wet Werk en Zekerheid is zijn persoonlijke erfenis, maar wat is die van zijn partij na vier jaar Paars 3? “We hebben toen we samen gingen regeren compromissen gesloten”, zegt Lodewijk Asscher. “Dat hoort er nu eenmaal bij. En we hebben in de crisis moeilijke besluiten moeten nemen, voor ons als partij maar vooral voor de mensen die het aanging. Voor mij is een van de belangrijkste zaken in deze periode de kabinetspeiler ‘eerlijk delen’ geweest. Ook in moeilijke tijden hebben we de laagste inkomens zoveel mogelijk kunnen ontzien. Daar heeft de VVD het lang niet altijd makkelijk mee gehad, maar de liberalen hebben zich aan dit deel van de afspraak gehouden. Ook de harde bezuiniging op de WW hebben we in het Sociaal Akkoord kunnen verzachten, en we hebben een eerlijker en beschaafd ontslagrecht behouden waarin mensen niet vogelvrij zijn. Dat zijn belangrijke waarden voor mijn partij en die hebben we er toch maar mooi uit weten te slepen.”
Tekst: Jeroen Kuypers / Fotografie: Mark Prins
Reacties op dit artikel
Reactie plaatsen? Log in met uw account.