#Lifeport: Versterken innovatiekracht mkb regio Nijmegen
31 maart 2021 09:00
Een hechte samenwerking in de triple helix, tussen overheid, ondernemingen en onderwijs, moet de innovatiekracht van het midden en kleinbedrijf een flinke boost geven. RvN@, The Economic Board en Centrum Meervoudige Waardecreatie van de HAN University of Applied Sciences werken gezamenlijk aan toekomstbestendige organisaties in onze regio. Uiteindelijk zet deze samenwerking de regio steviger op de kaart.
De regio Arnhem - Nijmegen, met Wageningen heeft alle ingrediënten in huis voor een beter, gezonder en duurzamer leven voor de mens. Lifeport staat voor innovaties die daar aan bijdragen. De regio excelleert in Health & hightech, Food en Energy en als je die met elkaar verbindt, op duurzame wijze en met aandacht voor arbeidsmarkt, heb je iets unieks.
“De overheid moet meewerken en financierende partijen moeten op orde zijn”
De huidige wereld verandert in een hoog tempo. De ene disruptie is nog niet geadapteerd of de volgende staat voor de deur. In 2019 spraken we over een stikstofcrisis; daar kwam corona overheen; de grootste crisis is wellicht die van het klimaat; we staan voor een enorme bouwopgaaf en het betaalbaar houden van wonen; waar halen we grondstoffen vandaan. Het lijken misschien thema’s die ver van de praktijk van het bedrijfsleven staan, maar wie niet meekomt in deze transities legt het loodje. Positiever geformuleerd: het bedrijf dat het beste in staat is zich voortdurend aan te passen aan de noodzakelijke transities heeft de toekomst. Maar bij duurzaam en circulair ondernemen kom je allerlei barrières tegen, zoals regels, certificering en belasting op arbeid dat het vaak duurder kan maken.
Circulair bouwen moet, maar is niet eenvoudig
De komende decennia moeten in de regio zestig tot zeventig duizend woningen gebouwd worden. “Dat geeft een enorme footprint en om die enigszins te neutraliseren moeten we minimaal 25 procent circulair bouwen en vanaf 2030 minimaal 50 procent”, stelt Jan Luijten. Hij is bij The Economic Board betrokken als civic entrepreneur van het cluster Slimme Duurzaamheid. “Houtbouw past daar heel goed is, want het blijkt dat mensen in houtbouw zich beter en gezonder voelen.” Circulair bouwen staat in de spotlight, maar is nog niet zo eenvoudig. De samenwerking in Lifeport kan werken als versneller. “Ik zie dat de triple helix belangrijk is”, vindt Kristie Lamers, directeur van RvN@.
“Dat begint met bestemmingsplannen en dat er überhaupt gebouwd mag worden en of er een Woondeal nodig is. Dat is waar de overheid aan zet is. Uiteindelijk moeten bouwbedrijven en opdrachtgevers die opdracht gaan waarmaken. Het mkb moet gaan innoveren om aan zo’n brede regionale ambitie te kunnen voldoen en die heeft het onderwijs en de kennis nodig om die stap te kunnen maken. De berekeningen van houtbouw zijn heel anders dan van een regulier gebouw bijvoorbeeld.” Voor circulair bouwen heb je praktische kennis nodig. “Een bouwbedrijf moet aan de specifieke vraag kunnen voldoen en dan moet je personeel weten wat een materiaalpaspoort is bijvoorbeeld. Een van onze projecten is het Kenniscentrum Circulair Bouwen (KCCB) in de Hubertusstraat.” Bij het KCCB is het mogelijk kennis te maken met de nieuwste circulaire en biobased bouwmaterialen en –technieken. Het grote netwerk van het KCCB kan anderen vaak aan de kennis, oplossingen of contacten helpen om je circulaire plannen waar te maken.
“Het KCCB is aan de ene kant een etalage en een kenniscentrum, aan de andere kant ondersteunt het met opleiden van personeel. Het netwerk van KCCB kan daarbij ondersteunend zijn, maar je hebt de VMBO-T’s en de ROC’s nodig voor het opleiden en het om- of bijscholen van je personeel. Wat wij willen duidelijk maken is: Als je circulair wil gaan bouwen moet je van alles regelen; dan moet je dus naar het KCCB toe”, licht Kristie Lamers toe.
“Komende decennia moeten in de regio zestig tot zeventig duizend woningen gebouwd worden”
Ecosysteem: radertjes grijpen op elkaar in
Wat dit voorbeeld duidelijk maakt is dat het mkb wel moet innoveren. “Het mkb moet zich aanpassen aan digitale technieken, eisen van opdrachtgevers, van regelgeving en zelfs van eigen personeel: vergroening, klimaat en circulariteit”, weet Jan Luijten. “Daar krijgt het mkb steeds meer mee te maken. Dus om de kennis up-to-date te houden moet het mkb innoveren. Het is goed dat daar duidelijke loketten voor zijn. Dat kan bij voorbeeld met de veertig masterstudenten van de HAN die het bedrijf helpen te innoveren. Je kunt ook naar het Kenniscentrum Circulair Bouwen, waar nieuwe kennis publiek wordt gemaakt.” De studenten die hij bedoelt komen van de masteropleiding van het Centrum Meervoudige Waardecreatie (CMW) van de HAN University of Applied Sciences . “Je hoeft het als bedrijf niet alleen te doen. Je kunt dat doen met een duo studenten uit de master Circulaire Economie. Zij maken als tweetal een integrale analyse van je organisatie en de omgeving om te kijken waar een organisatie uit balans is.
Daarna kan het bedrijf in transitie komen en op die manier bijdragen aan de toekomstbestendigheid”, scherpt Frank Croes aan, Programmamanager Circulaire Economie van het CMW. “Wij leiden ‘change agents’ op, die samen met bedrijven de transitie aangaan, al dan niet samen met partners in de keten. Onze mensen zijn getraind om continu de transitie aan te gaan, want transitie is geen eenmalige exercitie, dat is een ‘ongoing process’. De enige constante is de voortdurende verandering.” Jan Luijten geeft aan hoe belangrijk het is dat alles in elkaar grijpt. “Dat noemen we ook wel het ecosysteem. Het arbeidsvraagstuk moet goed georganiseerd zijn”, legt hij uit. “De overheid moet meewerken en financierende partijen moeten op orde zijn. Dat zijn allemaal radertjes die op elkaar ingrijpen. Dat moet je goed orkestreren, daar heb je regie op nodig op verschillende niveaus. Dus interventies op praktisch niveau, maar ook op academisch niveau.” Hij illustreert het met een voorbeeld. “Waar innovatief talent is, krijg je startups, bijvoorbeeld op het gebied van circulair bouwen. RvN@ kan die partijen met elkaar in contact brengen om grotere projecten op het gebied van duurzaam bouwen op te pakken. Bijvoorbeeld Dura Vermeer heeft samen met de Nijmeegse startup ECO+BOUW een propositie gemaakt om op de Dobbelmanweg in Nijmegen houten woningen te realiseren.”
Talentontwikkeling
“Het gaat allemaal om het toekomstbestendig maken van het mkb”, zegt Kristie Lamers. “Als het mkb met een duurzaamheidsvraagstuk zit, kunnen ze het beste eerst bij ons aankloppen. RvN@ is de ‘gateway’ naar andere bedrijven of kennisinstellingen. Zo hebben partijen in de foodsector elkaar gevonden in onze Food Community.” In deze community wisselen veertien voedselbedrijven in het Rijk van Nijmegen ervaringen uit. “Onder meer Holland Food Service, Oliva uit Millingen en Banken Champignons. Het ultieme doel is de hele voedselketen te verduurzamen, maar op dit moment werken we in de community concreet aan duurzaam en circulair verpakkingsmateriaal. Voor al die transitievraagstukken is talent wezenlijk. Talentontwikkeling en talent behouden staat in onze doelstellingen. Zonder talenten kun je niet innoveren.” Daar zijn de HAN University of Applied Sciences en de Radboud Universiteit onmisbaar. “Ín de minor Circulaire Economie werken wij met duo’s aan concrete vragen van bedrijven, Dit jaar zijn er ruim 70 transitievraagstukken gepasseerd en hebben de studenten onder andere duurzame oplossingen gepresenteerd voor de energietransitie, materiaalgebruik, fulfilment, facility management en de inrichting van innovatieve business en verdienmodellen.
De masteropleiding telt veertig voltijd- en twintig deeltijdstudenten. De deeltijdstudenten werken in de tweejarige opleiding individueel aan een transitievraagstuk bij hun werkgever. De voltijdstudenten werken in duo’s. Maar er zijn meer kennisinstellingen in de regio, ook op ROC-niveau. We proberen ook in de verticale keten interdisciplinair talent te ontwikkelen”, illustreert Frank Croes. RvN@ is de poort voor het MKB, het CMW voor talent. “The Economic Board hangt er als een hoepel boven. Wij leggen de verbinding met het niveau Arnhem, Nijmegen en Wageningen, dat met alle lobbykracht van CEO’s, gemeente- en provinciebestuurders en bestuursleden van kennisinstellingen, een verschil kan maken”, aldus Jan Luijten.
Meedenkende overheid
Een voorbeeld hoe de overheid een handje kan helpen is met houtafval en hoe je dat kunt inzetten als grondstof voor nieuwe producten. “In Nijmegen zitten slimme ondernemers die kunnen meubels maken van afvalhout”, begint hij. “Het stuit op allemaal regelgeving, want als iets eenmaal afval is, is het heel moeilijk om er weer een grondstof van te maken.” Frank Croes legt uit over het onderscheid tussen A-, B- en C-hout. “A-hout is maagdelijk, onbehandeld hout en kun je altijd hergebruiken. B-hout heeft wel een bewerking ondergaan, maar kun je na een bewerkingsslag weer schoonmaken. C-hout is echt verontreinigd hout zoals bielsen en hout met carboleum. Dat kan alleen nog maar verbrand worden. De moeilijkheid is hoe je die houtfracties als reststroom op een slimme manier inzamelt en vervolgens scheidt om zo hoog mogelijk aan te wenden in een tweede levenscyclus”, weet Frank Croes.
In dit geval moet de overheid meedenken en de regelgeving aanpassen. “De Dar wil wel meewerken, die willen daar ruimte maken om de houtstromen iets anders in te zamelen”, zegt Kristie Lamers. Naast regelgeving heeft de overheid een voorlichtende taak. “Als de consument grof vuil wil afleveren, dan kun je al heel veel bereiken door de consument voor te lichten om daarin te differentiëren”, denkt Frank Croes. “De overheid belemmert niet alleen met regels; de overheid denkt ook mee hoe om te gaan met regels en met ondersteuning van een duurzaam bedrijfsidee”, stelt Jan Luijten. “Dus wil je als mkb’er de eerste stap richting circulariteit wil maken, dan kan je meedoen aan de circulaire kickstart van RvN@”, besluit Kristie Lamers.
Meer weten?
RVN@
CENTRUM MEERVOUDIGE WAARDECREATIE
THE ECONOMIC BOARD
Tekst en Fotografie: Dick Leseman
Reacties op dit artikel
Reactie plaatsen? Log in met uw account.