Groei en vergroening van banen
22 juni 2017 15:31
De circulaire economie is geen abstract ideaal. Circulair opereren is zeker ook niet voorbehouden aan multinationals en beloftevolle startups. Elk mkb-bedrijf kan geleidelijk daartoe overgaan, door kringlopen van grondstoffen, afval en energie te sluiten. Maar een volledig circulaire economie is een illusie. We zullen evengoed nog jarenlang op het pad van verduurzaming moeten voortgaan.
Op 18 mei jl. sprak professor Jan Jonker, hoogleraar bedrijfskunde en duurzaam ondernemen aan de Radboud Universiteit van Nijmegen, op een conferentie over circulaire businessmodellen in de Eusebiuskerk in Arnhem. Hij presenteerde daar ook het rapport, Eén Zwaluw voorspelt veel goeds, over de opkomst van circulaire businessmodellen in het MKB. Dat gaat blijkbaar niet bepaald vanzelf. Ondernemers worstelen vooral met het opzetten van een verdienmodel. De hardnekkigheid van het wegwerpdenken is nu eenmaal groot in onze samenleving, zegt Jan Jonker: “Het begin daarvan ligt al in de negentiende eeuw, toen een scheermessenfabrikant een mesje in een geolied cellofaantje op de markt bracht waarmee je je een paar keer kon scheren. Het was het eerste geval van de zogeheten ‘planned obscolescence’ en het betekende meteen het einde van de barbier.”
Werkbare ideeën
Het circulaire ondernemen is op verschillende snelheden in opmars. In Duitsland speelt de wetgever er meer op in dan bij ons, in België worden afvalstromen nog beter gescheiden ingezameld maar zijn er minder initiatieven van bedrijven om dat afval te recyclen. Belangrijk is volgens Jan Jonker vooral de beweging an sich. “Bedrijven moeten in gesprek gaan met hun afnemers, leveranciers en buren om na te gaan hoe ze kringlopen kunnen sluiten. Zo komen ze op werkbare ideeën. Een prachtig voorbeeld vind ik Roof2Roof, dat een manier uitdokterde om het oude bitumen dat op daken ligt te kunnen hergebruiken voor nieuwe dakbedekking. Wat afval was wordt grondstof. Zo zijn er talloze initiatieven in het land. Twee jonge ondernemers in Franeker die een app ontwikkelen waarmee iedere automobilist zijn lege kofferruimte kan verhuren voor een vrachtje bijvoorbeeld. Die bedrijfjes gaan niet ineens ‘de markt pakken’ en heel groot worden, maar ze overleven en groeien, en inspireren zo andere.”
Koffiedrab
Vele kleintjes kunnen echter het totaalplaatje veranderen. Dat gebeurt momenteel bijvoorbeeld met de waarde van koffiedrab. Tot voor kort was dit simpelweg restafval. “De Nijmeegse universiteit levert zijn koffiedrab aan een kleine champignonkwekerij die ze gebruikt als grondstof. Die champignons worden weer verwerkt tot kroketten die aan het restaurant van de universiteit worden geleverd. De champignonkwekerijen die met vruchtbare koffiedrab werken schieten – vergeef me de woordspeling – als paddenstoelen uit de grond en veranderen onze kijk op koffiedrab. Binnenkort gaan andere ondernemers er nieuwe toepassingen voor ontdekken. Met zijn allen gooien we elk jaar 120 miljoen kilo koffiedrab in de vuilnisbak.”
Geen level playing field
Ondernemers leren van elkaar, zoals altijd. Dat neemt niet weg dat er in veel opzichten nog geen level playing field bestaat voor bedrijven die circulair in plaats van lineair willen ondernemen. Jan Jonker noemt de subsidie van fossiele brandstoffen als voorbeeld. “Elk jaar worden die door de staat gesubsidieerd met een bedrag dat schommelt rond de negen miljard euro. Daar moeten we eigenlijk gewoon vanaf, willen hernieuwbare energiebronnen een eerlijke kans maken. Ondanks die subsidie hebben we de voorbije vijf jaar een enorme vooruitgang gemaakt op het gebied van zonne-energie. Als dit tempo nog versnelt zullen we binnen vijf tot tien jaar vooral groene stroom verbruiken en zal de prijs daarvan een heel stuk lager liggen. Op termijn wordt energie zo goed als gratis. Dat zal op zijn beurt de elektrificatie van onze manier van leven, werken en reizen een sterke impuls geven en zo faseren we die fossiele brandstoffen vanzelf wel uit. Maar opnieuw zijn het niet de multinationals die hier het voortouw nemen. De motor wordt gevormd door de talloze kleine initiatieven. Buurten die zonnepanelen op hun daken leggen en de stroom delen via buurtaccu’s, maar dan wel massaal.”
Blijvend verduurzamen
De wal zal het schip keren op veel vlakken. Roof2Roof kon zijn circulaire model ook pas in praktijk brengen toen de prijs van nieuw bitumen zo hoog werd dat het hergebruik van oud materiaal financieel interessant werd. Olie en gas zijn niet de enige aspecten van de wegwerpmaatschappij die geleidelijk moeten verdwijnen. Jan Jonker waarschuwt echter voor de illusie van een honderd procent circulaire economie. “Een hamburger kun je niet circulair maken. Je eet het vlees en het brood op en het is weg. Het deel dat we na herontwerp circulair kunnen maken schat ik op misschien 50%. De rest zullen we eerst moeten verduurzamen en een deel daarvan zal onvermijdelijk nog een tijd uit wegwerpproducten blijven staan. Zo zullen we bedrijven hebben die wasmachines bij hun klanten plaatsen en die na verloop van een x-aantal wasbeurten weer terugnemen. Zij hebben van een product een dienst gemaakt. Andere zullen een verduurzaamde machine aanbieden, die minder water, minder waspoeder en minder energie nodig heeft en ook langer meegaat. Weer andere zullen een goedkoop apparaat leveren, dat slechts een beperkt aantal wasbeurten kan draaien en niet bepaald zuinig is in gebruik. That’s all in the game.”
Nieuwe bedrijvigheid, nieuwe banen
Maar de wegwerpmaatschappij die een aanvang nam met het wegscheren van de barbier loopt hoe dan ook op zijn einde. Daaraan dragen ook nieuwe technologische fenomenen als het 3D-printen bij, denkt Jan Jonker. “Daardoor zie ik een pakjesbezorger transformeren tot een aanbieder van printdiensten. De klant stapt naar een voormalig bezorgcentrum en laat daar een onderdeel of een compleet product uitprinten. Door de extra mogelijkheden van onderhoud en reparatie ontstaan ook nieuwe, groene banen. Ook dat is een belofte van het circulair ondernemen. Het maakt onze samenleving niet alleen schoner en groener, het creëert ook nieuwe bedrijvigheid en nieuwe banen. Die omslag is het resultaat van talloze kleine initiatieven, ze komt niet alleen van de Unilevers, de Apples of zelfs de Tesla’s van deze wereld. En aangezien Nederland bij uitstek een MKB land is zie ik ook talloze kansen daarvoor.” «
Jonker heeft een handzaam boekje geschreven over business modellen voor de circulaire economie. Daarvoor onderzocht hij met z’n team de stand van het land. Het resultaat is een top 100 van circulaire mkb-bedrijven. Het boekje is voor € 15,-- te bestellen bij: http://bit.ly/2qYM1h6
Tekst: Jeroen Kuypers / Fotografie: Marco Magielse
Reacties op dit artikel
Reactie plaatsen? Log in met uw account.