Eigendom versus huur: zien we het licht?
28 augustus 2017 09:53
Als consument verwacht je de laagste prijs. Zo zit onze productiegebaseerde economie in elkaar. Het dwingt fabrikanten tot zo laag mogelijke productiekosten. Als consument kopen we hierdoor vaker nieuwe spullen, omdat de oude kapot gaan. We draaien rondjes. Is er een uitweg?
In onze lineaire economie vervaardigen fabrikanten hun producten gewoonlijk met een kwaliteit die past bij het ‘prijsgevoel’ van de consument. Kopers hebben door de enorme schaalvergroting en daling van prijzen een volstrekt ander prijsbesef dan enkele decennia geleden. Tegelijkertijd hechten veel consumenten aan de mogelijkheid om vaak nieuwe, verbeterde producten te kopen. Het gevolg is een economie waarin we bijvoorbeeld een kapotte stofzuiger of mixer eerder vervangen dan repareren. Ons gevoel zegt dan dat ‘vroeger’ vergelijkbare producten veel langer meegingen en deels klopt dat ook. We vergeten echter dat een stofzuiger of mixer enkele decennia geleden ook veel duurder waren. En hoewel deze wegwerpmaatschappij steeds meer mensen tegen de borst stuit, is het lastig om het model te doorbreken. Producenten die duurzaamheid al langer als strategisch doel hanteren, ontdekken dat het lineaire model zijn limiet bereikt. Naast externe factoren zoals het opraken van basisgrondstoffen, kúnnen ze gewoonweg geen hogere kwaliteit leveren omdat de bijbehorende hogere prijzen hen marktaandeel kosten.
Omgedraaide financiële prikkel
Maar wat als een consument het product huurt? Door huren draait de financiële prikkel 180 graden. Een product dat zonder veel onderhoud uiterst lang meegaat, genereert immers langer omzet via de verhuur ervan. Deels betekent het dat de consument onder de streep meer betaalt, omdat het totaal aan betaalde huur hoger is dan wanneer het product in één keer gekocht en betaald wordt. MUD Jeans stelt dat consumenten het vaak genuanceerder zien. Volgens hen zijn we bereid om iets meer te betalen voor een leaseconstructie, mits ons dat duidelijke voordelen oplevert. Dit is natuurlijk slechts één onderzoek, maar toch blijkt ook uit veel andere voorbeelden dat het servicemodel kwaliteitsproducten bereikbaar kan maken voor een groter publiek. De huurder kan tijdens de hele huurperiode aanspraak maken op de geleverde dienst en komt nooit meer voor onverwachte kosten achteraf te staan. Problemen, reparatie, vervanging? Dat lost de verhuurder op. Het is in feite een product met een levenslange garantie, met lage maandelijkse kosten. De consument hoeft geen spaarpot leeg te schudden of een lening aan te gaan, de zakelijke klant heeft het dure product niet op de balans en heeft dus ook geen omkijken naar financiering of afschrijving.
Betalen voor verbruik
Over die zakelijke markt gesproken: de Britse mediagroep The Guardian onderzocht onlangs het sentiment over ‘huren’ bij bedrijven. Het concludeerde dat de meeste ondernemers het dienstenmodel vooral als succes zien voor technologische producten. Philips Circular Lighting laat zien hoe dit servicemodel kan werken in de grootzakelijke markt. In Nederland zijn het bedrijven als Schiphol en Bruynzeel die deze oplossing kiezen en hun bedrijfsruimten voorzien van ledlampen van Philips. Deze zakelijke klanten betalen per hoeveelheid verbruikt licht en niet per onderdeel, zoals een lamp of een fitting. De overeenkomst garandeert een vaste prijs gedurende de volledige contractperiode van bijvoorbeeld 15 jaar. Ook kan de klant laten vastleggen dat hij geld terug krijgt van Philips als de verlichting meer energie verbruikt dan gepland. Dit stimuleert Philips om nóg energiezuinigere verlichting te ontwikkelen.
Servicemodellen als deze maken grotere duurzaamheidsvoordelen mogelijk omdat bedrijven en organisaties zelf geen hoge bedragen meer hoeven te investeren. Die kosten draagt de verhuurder voortaan. Zo verving Philips ruim 13.000 lampen in de garages van de WMATA, het openbaarvervoerbedrijf van Washington. Door de nieuwe ledverlichting is het energieverbruik met
68% gedaald en bespaart de WMATA 600.000 dollar per jaar aan onderhoud. Als de WMATA zelf de
vervangingskosten had moeten dragen, was het nooit gelukt.
Overheidsstimulans
De circulaire economie groeit gestaag, maar er is nog een weg te gaan voor het model alom is
geaccepteerd. Op dit punt kan ook de overheid een grote rol spelen. Waterschapbedrijven
investeren bijvoorbeeld steeds vaker in het terugwinnen van grondstoffen, Rijkswaterstaat heeft
100.000 circulaire werkplekken in een Europese aanbesteding uitgeschreven. Maar maatregelen die
circulaire duurzaamheid stimuleren, zijn er nóg te weinig. Neem de subsidies die recreatieve
(amateur-)sportverenigingen kunnen krijgen voor duurzame initiatieven. Al deze verenigingen
hebben forse energierekeningen omdat ze vooral in de wintermaanden hun sportvelden flink
moeten verlichten. Philips biedt ledverlichting in een servicemodel waarmee zeer grote besparingen
mogelijk zijn. Maar de duurzaamheidssubsidie geldt als de sportclub eigenaar wordt, ofwel: zelf
nieuwe verlichting of lichtmasten koopt. Het zou een prachtige zet zijn als huurovereenkomsten
voortaan óók onder de subsidie kunnen vallen.
Thomas Leenders
New business development bij Philips Lighting
Reacties op dit artikel
Reactie plaatsen? Log in met uw account.