‘Met elkaar een beetje gek worden van duurzaamheid’
3 april 2019 11:10
Een Tafelgesprek met als onderwerpen Duurzaam ondernemen en Circulaire economie kan eigenlijk nergens beter worden gehouden dan in het Biosintrum in Oosterwolde, het kloppend hart van de biobased economy in de gemeente Ooststellingwerf. Vertegenwoordigers uit het onderwijs, het bedrijfsleven en de overheid schoven aan en zorgden voor een levendige discussie, met misschien wel de belangrijkste conclusie dat Friesland een vooraanstaande rol in een duurzame en circulaire toekomst kan gaan spelen.
‘Gewoon doen, met elkaar aan de slag, dan kom je een eind’, zo concludeerden Bouwe de Boer (gemeente Leeuwarden en Freonen Fan Fossylfrij Fryslân), Robert-Jan Hageman en Annemieke Nienhuis (Dokkumer Vlaggen Centrale), Jan Harmen Witzenburg (Fûns Skjinne Fryske Enerzjy), Daphne van der Zee (ABN AMRO), Rudy Folkersma (NHL Stenden Hogeschool), Erwin Damberg (Probo), André Feddema (Unique Lights) en Harry Oosterman (burgemeester Ooststellingwerf).
Laatstgenoemde opent met trots het gesprek en vertelt over het bijzondere gebouw waarin we zitten. “Het Biosintrum is gebouwd door vooral lokale ondernemers en bestaat voor 80% uit biobased materialen. Inmiddels is er interesse vanuit het hele land voor dit gebouw”, aldus Harry Oosterman.
Competitieve markt
Het Biosintrum is een gebouw dat dankzij subsidies en overheidsgeld kon worden gerealiseerd. Die vlieger gaat niet op voor het bedrijfsleven, zo maakte Robert-Jan Hageman duidelijk. “De Dokkumer Vlaggen Centrale bestaat al meer dan 80 jaar en wij werken vooral nog met oude processen, waarbij het gebruik van fossiele brandstoffen noodzakelijk is. Ja, wij willen dit aanpassen en vooral milieuvriendelijker gaan doen, maar dat moet wel te midden van een competitieve markt, waarin we concurrerend moeten blijven. Dat maakt het lastig.”
Het verbaast Hageman wel dat met name grote bedrijven, maar ook overheden, niet altijd voor het duurzame product gaan, maar wel voor de prijs. “Het MKB is veel beter te overtuigen van het feit dat duurzame vlaggen beter zijn voor het milieu. Grote bedrijven en overheden vinden het prachtig dat het kan, maar kiezen desondanks voor de goedkopere, milieuonvriendelijke optie.”
Aanbestedingen
Bouwe de Boer onderschrijft de woorden van Hageman. “De overheid roept van alles, maar handelt daar niet altijd naar. Bij aanbestedingen wordt nog te vaak voor de prijs gekozen, het woord duurzaam komt daar nog veel te weinig in voor. De vraag is wie het initiatief moet nemen om daadwerkelijk veel meer op duurzame oplossingen in te zetten en minder op prijs.”
“Je hebt altijd met aanbestedingsregels te maken, waar je niet onderuit kunt”, antwoordt Harry Oosterman. “Misschien moeten overheid, bedrijfsleven en onderwijs meer gaan samenwerken om dit op te pakken. Daar is nog een flinke stap in te maken.” Rudy Folkersma:” Ik zie vanuit de overheid wel positieve signalen, men is echt wel bezig met duurzame projecten.” Bouwe de Boer denkt dat dit vooral met de persoon er achter te maken heeft. “Een echt beleid is er nog niet. Ik vind ook dat de overheid uitblinkt in het slecht communiceren van duurzame initiatieven en projecten.”
Wetten en regels
Daphne van der Zee zegt dat allerlei wetten en regels verduurzaming in de weg kunnen staan. “Kijk naar de woningcorporaties die graag de woningen uit de jaren zeventig en tachtig willen verduurzamen. Dit blijkt in de praktijk nog niet zo gemakkelijk. In The Green Village in Delft doen ze het gewoon. Dit is een soort openlucht laboratorium voor experimenten met nieuwe technologieën voor de woon- en leefomgeving. Dit betekent dat er ook ruimte is in de regels voor bouwen en wonen, mogelijk gemaakt door de gemeente Delft, die hiervoor een flexibel omgevingsplan heeft opgesteld.”
“De initiatieven moeten volgens mij vooral van de kleine bedrijven komen”, geeft André Feddema aan. “Ik zie wel dat steeds meer bedrijven met verduurzaming, en in het verlengde daarvan circulaire oplossingen, van hun producten bezig zijn. Bij kleine bedrijven ligt die beslissing wat makkelijker, bij grote bedrijven zie je dat meer afdelingen daar iets van moeten vinden.”
Te vrijblijvend
Bouwe de Boer blijft erbij dat de overheid een veel grotere rol moet gaan spelen. “Bedrijven die een investering in energiebesparende oplossingen binnen vijf jaar terug kunnen verdienen, zijn verplicht dit te doen. Maar, wie controleert dit, ik zie het niet. Daar moeten we veel strenger in zijn, het is mij allemaal te vrijblijvend. We hebben de stok van de overheid nodig om bedrijven aan te zetten tot, de uitzonderingen daar gelaten. Als Friesland moeten we daar misschien wel het voortouw in nemen, juist omdat we hier in staat zijn goed samen te werken.” Als voorbeeld noemt hij het project Freon Fan Fossylfrij Fryslân, waarin allerlei partijen uitstekend samenwerken en ook tot resultaten komen.
Tegenover de Dokkumer Vlaggen Centrale staat het bedrijf Probo, dat ook druk bezig is met de verduurzaming van allerlei processen. “Wij vinden duurzaamheid heel belangrijk”, aldus Erwin Damberg. “Bij alles wat we doen kijken wij naar duurzame oplossingen. Tenzij er naast het duurzame aspect ook nog andere voordelen zijn aan het materiaal, zijn onze resellers vaak niet bereid meer te betalen en daar loopt DVC met haar klanten ook tegenaan. Daar ligt een grote uitdaging.”
Kwestie van tijd
Harry Oosterman is ervan overtuigd dat de daadwerkelijke verduurzaming van onze maatschappij een kwestie van tijd is. “Wij zijn tien jaar lang bezig geweest met het realiseren van het Biosintrum, maar de laatste jaren kwam het ineens in een stroomversnelling, omdat iedereen ervan overtuigd is dat we geen andere keuze meer hebben.” Daphne van der Zee is het eens met die woorden, maar geeft aan dat niets vanzelf gaat. “Bepaalde mensen moeten ook ‘drammerig’ durven te zijn, anders komen bepaalde duurzame keuzes echt niet van de grond.”
“Ondernemers zijn wel van goede wil, maar omdat de keuze in duurzame oplossingen zo groot is, dreigen ze te verzanden en doen dan niks”, zegt Jan Harmen Witzenburg. “Een belangrijke stap in duurzaamheid en circulaire oplossingen is volgens mij dat niet het product centraal komt te staan, maar de dienst. Help ondernemers in het nemen van een stap, ontzorg ze en neem moeilijke beslissingen bij hen weg. Immers, het is niet de core business van de meeste ondernemers om met duurzaamheid bezig te zijn.”
Voortrekkersrol
Robert-Jan Hageman zou het toejuichen wanneer bedrijven daadwerkelijk gaan inzetten op duurzaamheid en circulaire oplossingen. “Omdat we daarmee een voortrekkersrol in de wereld kunnen gaan vervullen. Ik vergelijk het wel eens met de Watersnoodramp in 1953. We moesten toen iets doen aan onze dijken en waterkeringen en de kennis die we daarmee hebben opgedaan, heeft ons een voorsprong in de wereld opgeleverd, waar we nog steeds van profiteren.”
“Daar zijn we inderdaad erg goed in”, bevestigt Bouwe de Boer. “Ik denk dat wetgeving daarin een rol kan spelen. Zo hadden we in de jaren zeventig veel last van de vervuiling van het oppervlaktewater. Er kwam een wet en de problemen werden opgelost. Datzelfde zag je met de zure regen. Nederland bedacht een wet om de zwavelproductie tegen te gaan, een wet die wereldwijd werd gevolgd en het probleem van de zure regen is opgelost. Het probleem wat we nu hebben is in wezen geen ander probleem, maar we gaan er wel anders mee om. Wat ik maar wil zeggen is dat je de nieuwe tijd zelf kunt maken. Als we de lat in ons land hoog durven te leggen, dan gaan we daar op termijn de vruchten van plukken.”
Waar moet je zijn?
Probo wil net als de Dokkumer Vlaggen Centrale graag overstappen op de productie van milieuvriendelijke vlaggen, banners, flyers, displays, etcetera. Maar, ze hebben ook het idee dat ze dit zelf moeten ontwikkelen, terwijl er juist in Friesland allerlei organisaties zijn die hen daarbij kunnen helpen. Een gebrek aan tijd wordt als oorzaak aangegeven waarom die contacten nog niet zijn gelegd. Maar, misschien is het ook wel onwetendheid, zo geeft Annemieke Nienhuis aan. “Er zijn zoveel organisaties en stichtingen met duurzaamheid bezig, hoe weet je als bedrijf precies waar je moet zijn.”
“Het gaat volgens mij om de juiste netwerken”, zegt Rudy Folkersma. “Als mensen elkaar leren kennen, ontstaan er vaak allerlei mechanismen. Ondernemers weten ons goed te vinden, via een intake geven ze aan wat ze willen en dan zijn er op onze scholen allerlei mogelijkheden om hun vraagstuk op te lossen. Wat dat betreft heerst hier een ‘doen’ mentaliteit. Daardoor groeit de interesse bij bedrijven, omdat men ziet dat hier iets gebeurd. En zo jaag je het wiel van de duurzaamheid langzamerhand aan.”
Bouwe de Boer zou het toejuichen wanneer allerlei stichtingen en organisaties meer gaan samenwerken. “Je moet iets hebben waarvan mensen zeggen: ‘dat is mooi’.” Als voorbeeld noemt hij de Blauwe Zone Friesland, waarin alles samenkomt: gezond en vitaler leven, schoon water en schone lucht, maar ook inzetten op een circulaire economie. Dat zou toch iedereen moeten willen?
Consument
“Uiteindelijk begint duurzaamheid bij de consument die een product koopt”, gaat Robert-Jan Hageman verder. “Daar moet draagvlak voor duurzame oplossingen ontstaan. En ik denk dat de generatie die er aankomt daar veel meer mee bezig is. We moeten consumenten nog beter uitleggen dat ze de mogelijkheid hebben voor een duurzaam product te kiezen.” Volgens André Feddema is het belangrijk dat het publiek wordt meegenomen. “Een project als de 11 wegentocht maakt dat duidelijk.” Bouwe de Boer reageert:” We zijn begonnen met één tankstation waar je blauwe diesel kunt kopen. En hoewel het wat duurder is, was daar veel vraag naar. Inmiddels zijn er veertig stations, het kan dus. En nu vrijwel iedereen van het bestaan weet, neemt automatisch de vraag toe.”
Draagvlak
“We hebben het steeds over draagvlak”, gaat Jan Harmen Witzenburg verder. “We moeten mensen overtuigen van nut en noodzaak en dat gaat volgens mij al heel goed. Het is goed om te horen dat veel bedrijven hun producten willen verduurzamen. Maar er zit ook winst in de verduurzaming van het bedrijfspand en het energieverbruik in het productieproces. Niet alles hoeft in één keer. Maar, als er verbouwd of verhuisd moet worden, kies dan nu voor duurzaamheid. Kantoorpanden moeten in 2023 sowieso minimaal een C-label hebben. En als de gasgestookte installaties aan vervanging toe zijn, kijk dan naar alternatieven. We moeten van het gas af. Sterker nog, met de verwachte CO2 heffingen is het goed hier nu al op te anticiperen.”
“Dat niet alles direct kan worden opgepakt, begrijp ik nog wel, omdat de ondernemer met zijn dagelijkse dingen bezig is. Maar, er moet iets gebeuren en ik denk dat men zit te wachten op een partij die de regierol pakt. Ik denk dat we daar in Friesland goed in zijn. Wat ik wil zeggen tegen ondernemers die een stap in verduurzaming willen maken, neem die stap en wacht niet af. Onze organisatie, maar ook anderen, kunnen helpen om dat financieel mogelijk te maken, dus toegang tot geld mag eigenlijk geen reden meer zijn om het niet te doen.”
Integraal oppakken
“Dit gebouw, het Biosintrum, was niet van de grond gekomen zonder mensen met lef”, zegt Harry Oosterman. “De vraag is wel of er in de overheid voldoende mensen met lef zitten. We staan met elkaar voor een enorme opgave en ik vind dat we daarin als gemeenten heel anders moeten gaan opereren. Voorkomen dat we allemaal eilandjes zijn, projecten veel meer integraal oppakken. Daarin moeten overheid, onderwijs en bedrijfsleven met elkaar samenwerken. Onze gemeente wil experimenten, dat is bekend en dat trekt mensen aan die daarin mee willen gaan.”
Volgens Bouwe de Boer heeft Leeuwarden Culturele Hoofdstad 2018 in Friesland voor een nieuw wij-gevoel gezorgd. “We hebben laten zien waar samenwerking toe kan leiden, de tijd is er rijp voor om dit ook richting duurzaamheid en circulaire economie op te pakken. Als het ergens kan, dan is het wel in Friesland. Immers, we zijn doeners en zo moet het ook zijn.”
“We moeten daar beginnen waar de energie zit en dan moet je dus in Friesland zijn.” Met die conclusie sluit de Tafel en worden er driftig visitekaartjes uitgewisseld, op weg naar meer samenwerking en bovenal het gewoon gaan doen. Immers, we moeten met elkaar een beetje gek worden van duurzaamheid, dat is waar deze tijd om vraagt.
De deelnemers:
Daphne van der Zee – daphne.van.der.zee@nl.abnamro.com – ABN AMRO
Jan Harmen Witzenburg – janharmen@fsfe.info – FSFE
Robert-Jan Hageman en Annemieke Nienhuis – rhageman@dvc.nl anienhuis@dvc.nl – Dokkumer Vlaggen Centrale
Bouwe de Boer – bouwe.deboer@leeuwarden.nl - Gemeente Leeuwarden/Freon Fan Fossylfry Fryslân
Rudy Folkersma – rudy.folkersma@stenden.com – NHL Stenden Hogeschool Leeuwarden
Erwin Damberg – erwindamberg@probo.nl – Probo
André Feddema – a.feddema@uniquelights.com – Unique Lights
Harry Oosterman – h.oosterman@ooststellingwerf.nl – Gemeente Ooststellingwerf
Helaas afwezig bij het gesprek was Maarten de Groot namens Groenleven
Ook geïnteresseerd in een rondetafelgesprek? Neem contact op met de regiomanager Noord-Nederland:
Rico van der Veen
Junior Accountmanager
r.vanderveen@ondernemersbelang.nl
0512-745234
0653274252
Reacties op dit artikel
Reactie plaatsen? Log in met uw account.